Hoe lang zal het duren totdat we een vinger, neus of een been kunnen afdrukken met een 3D-printer? Als het aan onderzoekers van de Carnegie Mellon-universiteit in Amerika ligt, niet heel lang. Zij zijn er namelijk in geslaagd om menselijk weefsel te printen, met behulp van een MakerBot. Dat is een 3D-printer die op dit moment al aan consumenten wordt verkocht.
Er zou dus niet uitzonderlijke apparatuur nodig zijn om menselijk weefsel te maken. Hoewel we niet denken dat iedereen zomaar een lichaamsdeel uit een MakerBot kan persen, is dit wel goed nieuws voor de medische wereld. De vereiste apparatuur zou namelijk al bestaan en relatief goedkoop zijn. Of nou ja, relatief goedkoop: volgens medische standaarden. Een kleine MakerBot-printer kost op dit moment al snel 1.500 euro, terwijl er in de toekomst waarschijnlijk grotere versies nodig zijn.
De wetenschappers zijn er in geslaagd om een zacht weefsel te maken, dat bijvoorbeeld als huid gebruikt kan worden bij een transplantatie. Een doorbraak voor 3D-printers: het is lastig om zacht materiaal te maken, omdat een 3D-printer meerdere lagen op elkaar stapelt. Bij het onderzoek was het echter mogelijk om collageen, alginaat en fibrine op elkaar te stapelen.
Daarmee is de eerste stap gezet. Nu is het afwachten wanneer zo’n 3D-printer in de praktijk gebruikt zal worden.