Twee ontwikkelaars zijn een rechtszaak begonnen tegen Apple, omdat het bedrijf volgens hen een monopolie heeft op de verkoop en distributie van iOS-apps. De rechtszaak moet een class-action worden, wat betekent dat het mogelijk iedereen kan representeren die ooit een iOS-app in de Verenigde Staten heeft verkocht, meldt The Verge.
Apple heeft inderdaad behoorlijk wat macht met zijn App Store. Alle apps die gebruikt kunnen worden op de apparaten van het bedrijf, moeten via de App Store komen. En die apps moeten ook voldoen aan de regels van de iPhone-fabrikant. De vraag is echter of dat ook betekent dat het bedrijf een illegale monopolie heeft.
Problemen
De aanklagers – de ontwikkelaars van een app voor babynamen en basketball-workouts – stellen van wel. Volgens hen blokkeert Apple innovatie, worden verkopen van en binnen iOS-apps minder door het bedrijf en wordt de algemene ontwikkeling gelimiteerd door de strikte regels.
Ook hebben ze moeite met de zogenaamde ‘Apple-taks’: het bedrijf eist dat ontwikkelaars jaarlijks 99 dollar betalen, Apple 30 procent van vrijwel alle transacties geven en dat alle prijzen eindigen in .99. Met het afstaan van de 30 procent van een transactie hebben overigens meer mensen moeite. Spotify diende daar in maart nog een klacht over in bij de Europese Commissie.
De ontwikkelaars hebben echter de meeste moeite met dat er maar één manier is om iOS-apps te verspreiden: via de App Store. Wijst Apple een app af, dan kun je nergens anders heen. Wordt je app niet in de App Store ontdekt? Dan kun je hem ook niet in een andere winkel promoten.
Oplossing
De aanklagers stellen dat er maar één oplossing is, namelijk het toestaan van andere app-winkels. Daarmee zou de markt voor ontwikkelaars verbeterd worden, en wordt Apple gedwongen om in zijn eigen winkel te innoveren om zijn voorsprong te behouden.