Amsterdam als toonbeeld van een ‘slimme stad’; maar liefst 47 innovatieprojecten en een recent aangestelde CTO maken van onze nationale hoofdstad een internationaal voorbeeld, zo blijkt uit onderzoek van Cisco eerder dit jaar. Van slimme verlichting en een innovatief energienetwerk tot een app om parkeerproblemen te voorkomen, Amsterdam staat bol van de vernieuwing zo blijkt.
Het project ‘Amsterdam Smart City’ is geen nieuw begrip: al in 2007 begon het stadsbestuur met het onderzoeken van de mogelijkheden om de stad en zijn diensten beter te laten werken door het toepassen van zogenaamde ‘Internet of Things’ (IoT) technologie. Terwijl de stad diverse voorstellen van technische leveranciers onder de loep nam, begon het aan de andere kant met het beoordelen van de infrastructuur van de stad in zijn geheel.
Voorlopen op andere steden, economische groei en de leefomstandigheden van burgers verbeteren en vergemakkelijken werden al snel de grootste drijfveren achter het Smart City initiatief, dat vanaf 2008 echt vlucht begon te nemen en zelfs leidde tot het aanstellen van een eigen Chief Technology Officer (CTO) in maart van dit jaar.
“We zagen twee ontwikkelingen: de telecom leverancier van de stad wilde het breedbandnetwerk in de stad versnellen, terwijl de energieleverancier hun ‘grid’ wilde vergroten,” aldus Ger Baron, CTO van Amsterdam.
“Eenmaal met beide partijen aan tafel stelde we: ‘Als jullie zoveel geld stoppen in het vernieuwen van de infrastructuur, is het niet meer dan logisch om gezamenlijk te kijken naar de toepassing van die infrastructuur, wie hem gebruikt en op welke momenten.’ We benaderde het dus vooral uit een ‘de stad als platform’ oogpunt”, zo stelt Baron.
Het zorgde er voor dat de lokale telecom en energiepartijen samen met de gemeente optrokken om een infrastructuur te bouwen waar de komende jaren stadbrede oplossingen op kunnen worden gebouwd.
We geloven niet dat mensen willen wonen in een ‘smart city’. Mensen willen wonen in een stad met goede gezondheidsvoorzieningen, opleidingsinstituten en goed gereguleerd verkeer, in een efficiënte stad. We hebben dus geen campagnes over Amsterdam als ‘smart city’
Sinds die tijd is de stad druk bezig om diverse grote en kleine pilotprojecten op te starten. Misschien wel het meest toonaangevende is het project op het Hoekenrodeplein, waar slimme straatverlichting samenwerkt met camera’s, omgevingsensoren en wi-fi routers.
De gemeente zal gedurende een testfase diverse toepassingen van én toegang tot het systeem testen. Zo krijgen omwoners en bedrijven van het plein toegang tot de camera’s en kunnen ze de verlichtingsniveau in hun directe nabijheid beïnvloeden.
Volgens Baron is het vooral belangrijk om naar het publiek toe juist niet te spreken over ‘smart cities’, maar om te focussen op de verbeteringen die de technologie toebrengt aan de kwaliteit van leven (Quality of Life, ofwel QoL). “We geloven niet dat mensen willen wonen in een ‘smart city’. Mensen willen wonen in een stad met goede gezondheidsvoorzieningen, opleidingsinstituten en goed gereguleerd verkeer, in een efficiënte stad. We hebben dus geen campagnes over Amsterdam als ‘smart city’”.
Terwijl de eerste pilotprojecten nog werd betaald door het bedrijfsleven, is de gemeente nu zelf bezig met een tweede golf van initiatieven, waarbij diverse scholen, zorginstellingen, woningcoöperaties en energieleveranciers samen werken met de gemeente. Hierbij ligt de nadruk op het realiseren van een open architectuur, volgens Baron cruciaal om de projecten op te kunnen schalen naar een grotere populatie.
Intussen lopen er dus zo’n 47 projecten binnen Amsterdam Smart City, van klein tot groot. Zo doet energieleverancier Liander een test in Nieuw-West, waarbij het 10.000 huishoudens aansloot op een nieuwe infrastructuur en voorzag van diverse nieuwe meetapparatuur en sensoren. Stroomuitval werd hierdoor nog verder teruggedrongen en Liander bleek beter in staat om energie terug te accepteren van huishoudens met bijvoorbeeld zonnepanelen.
De gemeente keek echter ook met vernieuwd inzicht naar de beschikbare informatie. Zo meet de gemeente de beschikbaarheid van parkeerplaatsen in de stad middels een algoritme, gebaseerd op het aantal betalingen en de tijdsduur per parkeermeter.
Hoewel het technisch bezien mogelijk is om elke parkeerplek te voorzien van een sensor, volgens Baron een logische keus: “Het gaat uiteindelijk niet om zoveel mogelijk sensoren in een stad plaatsen om dat dat kan, maar ook om de juiste algoritmes te creëren om gedegen analyses te doen.”
Tegelijkertijd is de stad bezig met meer informatie publiek te maken, waaronder real-time informatie van de lokale vervoersbedrijven, verkeersinformatie en werkgelegenheid binnen de stad.
“We zitten op een organisatorisch kantelpunt,” aldus Ger Baron. “We hebben IT op de agenda van de stad geplaatst en dat betekent dat er nu grote veranderingen komen, met een verbazingwekkende snelheid. Denk aan gezondheidszorg, energie of real-time verkeersinformatie. Ik denk deze informatie de komende jaren alleen maar meer van algemeen belang gaat worden”.
Lees hier de white paper van Cisco’s onderzoek of bekijk de 10 inzichten van het Internet of Everything voor de publieke sectoren.