Europese bedrijven, overheden en organisaties hebben pas na een half jaar door dat ze het slachtoffer zijn geworden van een cyberaanval. Dat meldt NU.nl. Vorig jaar hadden ze gemiddeld 175 dagen nodig om aanvallers te detecteren, tegenover 106 dagen een jaar eerder.
Vorig jaar duurde het wereldwijd ongeveer 100 dagen om een indringer op te merken. Het belangrijkste doelwit van cyberaanvallen zijn financiële instellingen, gevolgd door overheden.
Oorzaken
Beveiligingsbedrijf FireEye deed onderzoek. Het bedrijf ziet nu een aantal oorzaken. Regeringen hebben bijvoorbeeld meer oog voor digitale dreigingen. Ze hebben hun aanpak verbeterd, maar kwamen daarbij ook aanvallen tegen die al langer liepen. Daardoor is er een vertekend beeld ontstaan.
Cybercriminelen en staatshackers worden ondertussen steeds sterker en agressiever. Het is voor bedrijven moeilijk om dat bij te benen, omdat er een tekort is aan deskundig personeel. Volgens FireEye wordt die achterstand in de komende jaren alleen maar groter.
Aanvallers hadden in Azië en de landen aan de westkant van de Grote Oceaan het langst vrij spel. Daar duurde het vorig jaar in doorsnee 498 dagen – bijna anderhalf jaar – voor een aanval ontdekt werd. Eén aanval werd zelfs pas na 2.085 dagen – dus bijna zes jaar – ontdekt.