De Olympische zege van schaatser Kjeld Nuis op de 1.000 meter was al voorspeld door data-analisten van SAS. De analisten voorspelden niet alleen de winst van Nuis, maar ook dat Sven Kramer naast het goud zou grijpen.
SAS analyseerde gegevens van eerdere wedstrijden die Nuis reed, en gebruikte een algoritme dat aan de hand van zijn tijden op de 1.500 meter een voorspelling deed voor zijn 1.000 meter in Pyeongchang. De analisten voorspelden een tijd van 1:07,7 minuten, met een marge van 0,2. Nuis reed een tijd van 1:07,95 minuten. Voor schaatser Kai Verbij voorspelde SAS een tijd van 1:08,4. Verbij reed 1:08,61.
Sven Kramer
Dat Sven Kramer geen goud zou halen, konden de analisten ook voorzien. Ze gebruikten een dataset met alle data van mannelijke schaatsers die wedstrijden van 5 of 10 kilometer schaatsten. De uitkomst liet een tijd voor Kramer zien van 12:55, uiteindelijk reed hij 13:01,02.
Jos van Dongen, senior data-analist bij SAS: “Tijdens de wedstrijd zag je duidelijk dat Kramer het in de achtste ronde van de race opgeeft. Kramer zei zelf ook in het interview na de 10km race: ‘als je naar mijn 5 kilometer kijkt dan zie je het wel. Ik wist: die 10 kilometer gaat heel moeilijk worden’.”
Piek
De statistieken geven niet alleen voorspellingen voor de races tijdens de Winterspelen, maar laten ook een groter plaatje zien. Uit de data-analyses blijkt dat mannelijke wedstrijdschaatsers gemiddeld pieken op hun 27ste. Van Dongen: “Dit geldt echter niet voor schaatsers die de Olympische Spelen halen. Daar zagen we dat Olympische sporters al eerder pieken en ook langer blijven presteren op dat niveau. Dit geldt ook voor Kramer. Zijn tijden op de 10 kilometer werden na zijn 25ste soms zelfs nog beter. Een veelbelovende wetenschap voor de spelen van 2022 in Beijing.”