Apparaten met oudere versies van Windows – bijvoorbeeld 7 en 8 – en veel servers worden merkbaar langzamer na updates die de beveiligingslekken Meltdown en Spectre moeten dichten. Dat stelt Terry Myerson, het hoofd van Windows bij Microsoft, in een blogbericht. Heb je de Windows 10, dan zou je nauwelijks prestatieverschil moeten merken.
Gebruikers met een oudere chip van de Intel-generatie Haswell of ouder en de 7e of 8e versie van het besturingssysteem zullen wel een verschil in de prestaties merken. En dat geldt ook voor servers die het besturingssysteem draaien, ongeacht welke chips er in zitten. Serverbeheerders wordt dan ook aangeraden om de afweging tussen veiligheid en prestatievermindering zelf nauwkeurig af te wegen.
Eerder zeiden onderzoekers nog dat je na een update een prestatieverschil van 5 tot 30 procent zou merken. Intel ontkende dat. Volgens dat bedrijf zouden de meeste mensen geen verschil merken. Ook Amazon, Apple en Google zeiden eerder dat ze geen verschil in prestaties waarnamen na het doorvoeren van de beveiligingsupdate.
Spectre en Meltdown
De update moet de kwetsbaarheden Spectre en Meltdown dichten, die vorige week aan het licht kwamen. Die kwetsbaarheden treffen vrijwel alle computers, smartphones en tablets.
In het geval van Spectre kunnen hackers toegang krijgen tot het geheugen dat door programma’s gebruikt wordt. Op die manier kunnen wachtwoorden en gevoelige informatie gelekt worden. Meltdown geeft hackers na een aanval toegang tot het computergeheugen. Daar worden onder meer wachtwoorden en documenten bewaard.