Na twee maanden is de Amerikaanse FBI er nog steeds niet in geslaagd om de telefoon van de San Bernardino-aanslagpleger te kraken. Dat vertelde FBI-directeur James Comey. Het is volgens hem een duidelijk voorbeeld van hoe versleuteling een onderzoek in de weg kan staan. De FBI probeert nog steeds op de telefoon binnen te dringen.
In december 2015 beschoot een echtpaar de Inland Regional Center. In dit gebouw werden mensen met een ontwikkelingsachterstand geholpen. Er werden bij de schietpartij 14 mensen vermoord. Daarnaast raakten 17 mensen gewond. Beide aanslagplegers werden tijdens een latere schietpartij gedood.
Tashfeen Malik, de vrouw achter de aanslag, had eerder op Facebook trouw beloofd aan IS. De daders konden door hun dood echter niet hun acties verder verklaren. De gevonden smartphone zou hierbij kunnen helpen, maar volgens Comey kan de FBI daarop niet inbreken.
De FBI pleit al langer voor zwakkere beveiliging op smartphones, zodat ze beter de daarop bewaarde gegevens kunnen bekijken. Comey pakt de recente aanslag als voorbeeld waarom dit volgens hem belangrijk is. Critici denken echter dat het verslappen van versleuteling onverstandig is, omdat dit spionage makkelijker maakt en onze privacy verslechtert.
Techbedrijven zijn vaak ook kritisch over Comey. De FBI-topman zou extreme gevallen gebruiken om te bewijzen dat encryptie een gevaar is, terwijl veiligheidsdiensten een potentiële verslapping juist willen gebruiken om mensen makkelijker in de gaten te houden.