Een groep van 28 app-ontwikkelaars in China heeft een klacht ingediend bij de Chinese autoriteiten. Dat meldt The Financial Times. De groep vindt dat Apple zijn machtspositie misbruikt door apps zonder goede reden uit de App Store te verwijderen. Ook vinden ze dat het techbedrijf een te hoge commissie vraagt voor aankopen die binnen apps worden gedaan.
“Zodra bedrijven die voor Apple belangrijk zijn beweren dat bepaalde apps inbreuk maken op hun rechten en verwijderd moeten worden, doet Apple dat met weinig bewijs of zelfs zonder bewijs”, schrijft het advocatenbureau Dare & Sure, dat de 28 app-ontwikkelaars vertegenwoordigt, meldt The Financial Times. In april riep dit advocatenbureau ontwikkelaars al op om zich aan te sluiten bij de aanklacht.
Het besturingssysteem van de iPhone, iOS, beperkt gebruikers om apps te downloaden van andere locaties dan de officiële App Store. Het bedrijf heeft daardoor in China een groot voordeel tegenover Google, de ontwikkelaar van Android. De officiële Google Play Store is daar namelijk niet toegankelijk. Daardoor zijn Android-gebruikers voor apps afhankelijk van andere app stores.
‘We houden ons aan de wet’
Apple zegt zich aan de wet te houden, maar reageerde tegen The Financial Times niet inhoudelijk op de zaak. Eerder dit jaar startte het bedrijf in China met een grote schoonmaak van zijn App Store. Volgens het onderzoeksbedrijf ASO 100 heeft Apple in juni in twee weken tijd 58.000 apps verwijderd.
In het Westen kreeg Apple vooral kritiek omdat het eind vorige maand alle grote VPN-apps uit zijn App Store verwijderde. Met deze apps kunnen gebruikers overheidscensuur omzeilen. Het techbedrijf kreeg het verwijt aan deze censuur mee te werken, maar verdedigde zichzelf door te zeggen dat het bedrijf zich aan de Chinese wet moet houden.