Stoere jongens
De binnenlanden van Suriname worden vooral bevolkt door Marrons (ook bosnegers of boslandcreolen genoemd) en indianen. Onze reis door Suriname brengt ons bij beide volkeren en legt haarfijn de verschillen bloot. Waar indianen terughoudend, stil, zelfs een beetje schuw en voorzichtig zijn, zijn bosnegers luidruchtiger, aanwezig – brutaal soms zelfs. Dat ervaarde ik aan den lijve tijdens een verbijf in de Kosindo lodge in Kajana, binnenland van Suriname. Het gedrag van kinderen liegt namelijk niet…


Springende voeten
Een prachtig mooi donker meisje van een jaar of zes met een smerig roze knuffeldoekje, een rood t-shirtje en zichtbaar onderbroek-loos hangt aan de veranda waar ik in Kosindo mijn hangmat lig. Ik vraag wat ze gedaan heeft vandaag (het is zaterdag, dus er is geen school). ‘Djompoe foetoe’, zegt ze vrolijk in het Saramaccaans. Als ik zeg dat ik dat niet ken, springt ze op 1 been en ik zeg ‘ah, wij noemen dat hinkelen!’ Dat woord kent zij weer niet. Ik besef me weer eens hoe moeilijk wij Nederlanders het onszelf gemaakt hebben, want hoe veel duidelijker is het om hinkelen ‘springende voeten’ of ook wel ‘voetje springen’ te noemen? Ze vraagt op haar beurt wat ik aan het doen ben. Als ik mijn iPad van het Bluetooth toetsenbord afhaal om te laten zien wat ik aan het lezen ben, slaat ze haar hand voor haar mond en zegt: ‘Kapot’? Nee, dat hoort zo, stel ik haar gerust en zoek ter afleiding een spelletje voor haar op. Zonder verder iets te vragen plaatst ze haar vinger op het scherm en giechelt om de schreeuwende vogeltjes als ze de huisjes op het scherm omver gooit via de katapult. Nog geen halve dag later komt ze terug met 4 vriendinnetjes en 2 vriendjes (of familie, je weet het niet) en hangt weer rond onze veranda. Als ik het huisje instap om mijn ereader te pakken, duikt ze brutaal achter me aan, loert razendsnel de kamer rond en vraagt: ‘spelletje?’. Ik doe net of ik niet snap wat ze bedoelt en na wat vijven en zessen grijns ik ‘O je wilt weer met die vogeltjes spelen?’. Ze knikt gretig en ik dirigeer haar op de stoel en haar vriendinnetjes komen eromheen zitten. Om de beurt schieten de meiden een vogeltje af en giechelen in koor als er iets omvalt. Er wordt snibbig gereageerd als iemand voor haar beurt gaat of een van de jongens zich ermee wil bemoeien. Ik moet ze na 15 minuten bijna van de iPad af sláán en zeg dat dit het laatste spelletje was voor nu. Haar moeder, tante of andere oppasmevrouw roept haar vanaf de wasplaats bij de rivier streng tot de orde en ze rent de veranda af, en laat daarbij haar smerige roze doekje achter. Ik drapeer hem liefdevol over de leuning. Kom hem maar halen meisje. Misschien kun je dan nog 1x Angry Birds spelen zonder dat je moeder het doorheeft.