Een datalek gaat je niet in de koude kleren zitten, zeker niet als gemeente. Het herstellen van datalekken kost een gemeente namelijk ongeveer 32 uur per lek, blijkt uit onderzoek van ambtenarenblad Binnenlands Bestuur naar het aantal datalekken in de publieke sector. Bovendien zit er een flink prijskaartje aan: de overheid moet 4,6 miljoen euro per jaar ophoesten om de lekken te repareren.
Gemeenten zijn sinds vorig jaar verplicht om ieder datalek bij de Autoriteit Persoonsgegevens te melden, In de eerste helft van dit jaar kwamen er maar liefst 940 meldingen binnen, tegenover 825 meldingen in heel 2016.
De meeste lekken zijn simpelweg e-mails die naar de verkeerde persoon gestuurd is. Een stomme fout dus eigenlijk. Maar het kan ook zijn dat iemand per ongeluk persoonsgegevens gepubliceerd heeft. Slechts 5 procent van de datalekken is het resultaat van een geslaagde hackpoging via ransomware of phishing.
200 uur
Hoeveel tijd een gemeente kwijt is aan het herstellen van een datalek verschilt gigantisch. Sommige gemeenten zijn al in een halve dag klaar. Nijmegen, Helmond en Delft waren echter meerdere weken bezig met een lek. En in Enschede werd een e-mail verstuurd met de verkeerde bijlage, wat voor 200 uur werk zorgde.