Tussen de spionagesoftware die een medewerker van de NSA mee naar huis heeft genomen, bevindt zich software die hackersgroep Shadow Brokers in augustus te koop aanbood. Dat schrijft The New York Times. Volgens de krant onderzoeken de autoriteiten nu of de diefstal door de verdachte iets te maken heeft met de tools die twee maanden daarvoor op internet werden aangeboden.
Maar het bewijs daarvoor zou minimaal zijn. Nadat Shadow Brokers gestolen software aanbood beweerden zij de NSA op eigen houtje gehackt te hebben. Volgens The New York Times lukt het de onderzoekers niet om genoeg aanwijzingen te vinden die erop duiden dat de opgepakte medewerker de informatie aan de Shadow Brokers verkocht heeft. Ook zouden het bewijs dat de Shadow Brokers de tools van de man hebben gestolen niet toereikend zijn. Volgens bronnen van de krant zijn de aanwijzingen daarvoor simpelweg niet doorslaggevend.
Diefstal
Begin deze maand werd bekend dat de FBI een medewerker van de NSA heeft opgepakt omdat hij spionagesoftware zonder toestemming mee naar huis had genomen. Volgens The New York Times was zijn motief dat hij zijn baan beter kon uitvoeren door eigendommen van zijn baas mee naar huis te nemen. Hij zou niet de intentie hebben om wat hij meenam op wat voor manier te delen.
De man was een medewerker van Booz Allen Hamilton, hetzelfde bedrijf waarvoor klokkenluider Edward Snowden werkte toen hij in 2013 de afluisterpraktijken van de NSA aan het licht bracht. De opgepakte verdachte zou slechts een deel van de digitale oorlog zien. Door materiaal mee naar huis te nemen, zou hij zijn taken beter kunnen uitvoeren.
De man zou in totaal 16 jaar lang zijn slag kunnen hebben slaan, zonder opgemerkt te worden. In totaal zou hij ‘vele terabytes’ aan gegevens hebben gestolen. De autoriteiten vrezen dat deze informatie op wat voor manier dan ook in handen is gekomen van kwaadwillenden. Nadat de Shadow Brokers in augustus zijn beweringen maakte, kwam de FBI bij de opgepakte verdachte uit.