De Carnegie Mellon University heeft informatie aan de FBI afgestaan waarmee Tor gekraakt kon worden. Dat blijkt nu de FBI heeft bekendgemaakt hoe het bewijsmateriaal in een andere Tor-zaak had verzameld, nadat het een week geleden daartoe door een rechter gedwongen werd. In november 2015 postte Tor al een beschuldiging aan het adres van de universiteit.
In 2014 deden wetenschappers van de universiteit onderzoek naar het Tor-netwerk. Het project werd gefinancieerd door het Amerikaanse Department of Defence. De FBI valt onder het Department of Justice.
De wetenschappers zouden de kennis over het achterhalen van identiteiten via Tor willen delen op een Black Hat-conferentie, maar hebben dat nooit gedaan, schrijft de BBC. De FBI wist kreeg de data na een gerechtelijk bevel in handen te krijgen na een dagvaarding, blijkt uit het document (pdf).
In 2014 werd de kennis door de FBI gebruikt voor onderzoek naar beheerders van het Tor-netwerk. Met de data kon de FBI onder andere het IP-adres van Brian Farrell achterhalen, die de rechterhand van de beheerder van Silk Road zou zijn. De FBI maakte in januari 2015 bekend dat Farrell was gearresteerd.
Na de beschuldigingen van Tor, in november 2015, kwam de universiteit met een verklaring. Daarin schreef het dat het onderzoek alleen voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt, maar meewerkt als het daar gerechtelijk toe gedwongen wordt en daar geen vergoeding voor krijgt.
Apple
Desondanks wist de overheid de gegevens dus met een omweg in handen te krijgen en kan hier meerdere zaken mee voeden. Voor de FBI komt dat op een slecht moment, nu het in de clinch ligt met Apple over het kraken van de encryptie van een telefoon.
De FBI beweert dat het hier maar om een eenmalige zaak gaat. Apple zegt juist dat medewerking de toon zal zetten voor nog meer zaken.